maandag 30 januari 2017

DE REGENBOOG

TWEEDE KLEUTERKLAS :

1) Spelen in het thema :

* De kleuters stappen rond in de zaal. Als de juf op de handtrom slaat, dan zwaaien de kleuters met de armen hoog in de lucht.














* De kleuters staan per 2, met de handen tegen elkaar (boogje maken).
Als de juf een teken geeft, dan mogen de laatste kleuters door de poortjes stappen en aan de andere kant terug aansluiten en ook met beide handen tegen elkaar een poortje vormen. Zo gaan we door tot alle kleuters door de poortjes zijn gelopen.





* De kleuters staan in een kring, hand in hand. De juf heeft 2 kleuters aangeduid : een poes en een muis. Bij het teken van de juf 'openen' de poortjes (alle kleuters doen de armen omhoog) en mag de muis tussen de poortjes lopen. De poes zit de muis achterna en probeert de muis te pakken.



2) Bewegingen in de lucht, op de muziek
     + zwaailinten





3) Schrijbelen : met de wasco's op het blad



PANNENKOEKEN

PEUTERKLAS :

* Verhaal vertellen :
Kobe komt bij de peuters zitten en is heel enthousiast  : vandaag is zijn mama jarig en Kobe heeft pannenkoeken gebakken.
Hij heeft samen met mama en papa al pannenkoeken gegeten, en nu mag hij aan alle peuters ook een pannenkoek geven !
Hij haalt het bord tevoorschijn en toont de pannenkoeken. Wat is hij trots :
mooie, ronde pannenkoeken, geen hoekjes, maar mooi rond zoals een appeltje.
Elke peuter krijgt een pannenkoek en mag die opeten.

* We bewegen op de muziek
We zwaaien met de armen, benen. We liggen ook eens op de grond en zwaaien met de armen, benen, voeten...

* Schrijbelen
We doen ene schort aan en de juf doet wat verf op de tafel. De verf wordt besprenkeld met wat water en op de muziek bewegen we met de vingers, de handen in de verf. We proberen grote, ronde bewegingen te maken.


CIRKELS EN ACHTEN

DERDE KLEUTERKLAS : 

Een onderscheiding maken tussen recht en rond is belangrijk. 
Letters ontstaan uit ronde en rechte lijnen. Met rondingen ga je gemakkelijker de bocht om dan met hoeken. Twee cirkels naast elkaar zijn de basis voor de liggende acht, twee cirkels boven elkaar zijn de basis voor de staande acht.

1) We 'schrijven' met ons hele lichaam :
- De kleuters staan verspreid in de zaal. Op de muziek maken we ronde 
  bewegingen voor de buik, met de 2 handen. We letten er op dat de kleuters 
   in dezelfde richting draaien (naar binnen), maar ook eens naar buiten.
- De kleuters draaien met het hoofd, de armen, de handen, de vingers, de
  benen, de heupen....
- We proberen ook al te 'doorkruisen', we wiegen en draaien een acht, met de 
  2 armen samen

2) We zwaaien met de zwaailinten om cirkels te ervaren








3) We tekenen op de grond : cirkels en achten

4) Met de hoepels : - we stappen rond de hoepel
                             - de hoepels worden op één rij gelegd, we stappen ertussen
                               (golvende lijn)
                             - 2 hoepels liggen op een afstand van elkaar, ertussen wordt
                               een kruis getekend
                               Nu zullen we doorkruisen : we stappen in een acht van de
                               ene hoepel naar de andere hoepel.

5) Expressie op een blad : we tekenen de liggende acht
















GRIJPTANGETJE

EERSTE KLEUTERKLAS :
Bij deze oefeningen willen we de kleuters voorbereiden op de juiste pengreep.
Alle materialen die we gebruiken bij schrijfdans, gaan we hanteren met het 'grijptangetje'.
Om deze greep te oefenen, had ik volgende opdrachtjes :
* Op de tafel liggen er verschillende dopjes, ook verschillende grootte.
   Op het teken van de juf moet de kleuter met beide handen 2 dopjes 'grijpen' 
   en verplaatsen (zoals de 'grijpers' van de kraan)

* Met een pincet worden bolletjes in een mandje verzameld. Elke kleuter krijgt
   10 bolletjes, en moet deze met een pincet in het juiste mandje leggen. 
    (sorteeroefening) De juf toont eerst voor hoe de kleuter het pincet moet vast
   houden.

      
* Met een wasco in beide handen 'kringelt' de kleuter rond de punten.

* De kleuter krijgt een blad waarop Jules staat afgebeeld met een ballon.
   Met een wattenstokje stempelen we :
   - op de rand van de ballon
   - de ballon wordt opgevuld met een ander kleur