donderdag 25 februari 2016

Prinsen en prinsessen



Een paar weken geleden vroegen we aan de kleuters waar ze het liefst over zouden bijleren. Na stemmen met de klas kwam het thema prinsen en prinsessen uit de bus. Vorige week was het dan eindelijk zover. Wat keken we uit om hierover iets bij te leren!




Eerst was het tijd voor een brainstorm samen met de kleuters. Iedere kleuter zei een woord waar hij of zij aan dacht bij het horen van het thema ‘prinsen en prinsessen’. De kleuters wisten al heel veel rond het thema, zelfs het woord ‘tiara’ kwam aan bod! Ook werd het Belgisch koningshuis vernoemd, zoals koning Filip en prinses Elisabeth. 



De kleuters leerden hoe echte prinsen en prinsessen zich gedragen. Een echte prins of prinses is altijd elegant en beleefd. Ze dragen mooie jurken en stoere maatpakken, en ook vaak een kroon. Als ze elkaar begroeten dan maken ze een sierlijke buiging. Dit leerden we aan de hand van een leuk versje:

Prinsen en prinsessen,
kom maar binnen, wat een feest.
Kroontjes, roze jurken
’t is nog nooit zo leuk geweest.
Kijk hoe mooi ze stappen,
kijk hoe mooi ze hier nu staan.
Maak een diepe buiging,
en dan is het versje gedaan.
Ja, ja hou je klaar,
maak dan nu die buiging maar!



Om hun prins te ontmoeten gaan prinsessen naar een bal. Dit is een heel netjes feest waarop gedanst wordt. Het feest vindt meestal plaats in een prachtig kasteel, en er is een overvloed aan lekker eten, drankjes en muziek. In klas knutselden we ook ons eigen kasteel:

Eerst werden de ramen en deur uitgeprikt:



Daarna schilderden de kleuters het kasteel in een kleur ze zelf mochten kiezen:


Er werden stenen op het kasteel gestempeld:



Toen werd alles in elkaar geknutseld. Dit is ons mooie resultaat. Wat zijn we fier! Eindelijk mocht het kasteel mee naar huis om te spelen met hun prins of prinses.





Bij het thema speelden we ook een reuzeleuk gezelschapsspel. De klas werd in twee groepen verdeeld, elke groep had zijn eigen kasteel met drie sleutels. Om beurt mocht iemand uit de groep gooien met twee dobbelstenen. Een dobbelsteen met getallen, en een dobbelsteen met een plus- of minteken. De worp bepaalde hoeveel sleutels er moesten bijgelegd of weggenomen worden. De groep met de meeste sleutels won het spel! Spannend!







Tijdens het vrij spel kregen de kleuters de kans om zonder de juf een ganzenbord aangepast aan het thema te spelen. Wie het snelst in het kasteel was, won het spel. Maar dit kon niet zonder slag of stoot. Er waren talrijke hindernissen in het spel. Aan de hand van een legende konden de kleuters afleiden wat de hindernissen betekenden. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten