Schrijfritmiek K1A : Soep

Het thema voor deze week : roeren, roeren in de soep !

1) Grootmotorisch bewegen in de turnzaal 
- We stappen in een kring, we stappen in het rond, we veranderen ook eens van richting

 - Elke kleuter krijgt een hoepel. We stappen rond, bij het horen van de belletjes zoeken we vlug een hoepel.




- We luisteren naar het lied 'roeren, roeren in de soep' en maken grote bewegingen in de lucht. De kleuters worden gestimuleerd om grote bewegingen te maken. Ze oefenen de cirkelvormige lijnvorming. Ze doen dit met de linkerhand, met de rechterhand en met beide handen samen. 

We oefenen zowel de links- als rechtsdraaiende beweging. Bij 'peper en zout' slaan de kleuters met de handen op de knieën.

Ze krijgen ook stokjes om de cirkelvormige lijnvorming te oefenen. Bij 'peper en zout' tikken de kleuters met de stokjes op de grond of met de stokjes tegen elkaar.

2) In de klas spelen we eerst een spelletje : de juf heeft 4 bekers meegebracht, waarop een mutsje wordt geplaatst. Onder 1 beker wordt er een balletje gelegd. De juf verschuift de bekers, de kleuters proberen te raden waar de beker nu staat met het balletje.

3) Schrijfritmiek bij de juf
* De kleuters krijgen elk een ronde vorm : we versieren eerst ons bord met allemaal streepjes op de rand van het bord. De streepjes mogen de kleuters tekenen met stift.

* Nu krijgt elke kleuter een groot blad, waarop de ronde vorm (=bord) wordt vast gekleefd. Er is ook al een lepel getekend op het blad. De kleuters mogen nu grote cirkelvormige lijnen rond het bord tekenen. De kleuters tekenen met de linkerhand, ook met de rechterhand. Ze worden gestimuleerd om de links- en rechtsdraaiende beweging af te wisselen.

* In het bord mogen de kleuters nu kleine rondjes tekenen : de balletjes voor de soep.

* Als afsluiter mochten de kleuters de lepel nog inkleuren :

Stan wou zijn werkje nog verder afwerken :

Enkele werkjes :

Aanbod in de hoeken : 

Kleikaarten : 
De kleuters krijgen een kaart en plasticine. Ze rollen kleine balletjes tussen de handen of op de tafel.

De kleuters krijgen een plastieken bord waarop een aantal dopjes, ringen zijn vast gekleefd. De kleuters mogen nu eerst met een pincet kleine pomponnetjes in de vormen leggen of met een lepel een knikker in de vormen leggen. Hierbij wordt de fijne motoriek geoefend en leren de kleuters de bewegingen beheerst uit te voeren.

We sluiten klassikaal af met nog een spelletje : 
De juf heeft een aantal groenten meegebracht : wortel, tomaat, paddestoelen (champignons), prei, broccoli, courgette.  De kleuters benoemen de groenten.
1) De kleuters sluiten even de ogen en één van de groenten wordt in de pot gelegd. Wie weet welke groente in de pot zit ? Wat is weg ?

2) De juf legt 3 groenten in de pot. De kleuters sluiten de ogen, ondertussen neemt de juf één groente terug uit de pot. Wat is weggenomen ? De kleuters raden.

wat een leuke ervaring terug met de kleuters !

wat zijn de kleuters enthousiast !

tot de volgende keer !