Het thema voor vandaag : SOEP.
We gaan eerst naar de turnzaal voor HET GROOTMOTORISCH BEWEGEN:
1) Er liggen hoepels verspreid in de zaal : voor elke kleuter één hoepel. We stappen rond in de zaal, tussen de hoepels door. Dit is nog niet zo gemakkelijk voor de meeste kleuters. Het is nog moeilijk voor hen om gebruik te maken van de hele zaal, ze verplaatsen zich in de omgeving van een hoepel, gaan daar niet zo ver van weg. Als de juf op de handtrom slaat, dan zoeken ze vlug een hoepel en gaan erin staan.
Enkele opdrachten terwijl de kleuters in de hoepel staan :
- in en uit de hoepel springen
- rond de hoepel stappen
- op één been staan
2) We beluisteren het lied 'roeren, roeren in de soep' en maken grote bewegingen in de lucht. De kleuters worden gestimuleerd om grote bewegingen te maken. De kleuters oefenen de cirkelvormige lijnvorming en doen alsof ze in een grote soepkom roeren. Ze doen dit met de rechter-, met de linkerhand en met beide handen samen. We oefenen zowel de links- als rechtsdraaiende beweging. Bij 'peper en zout' slaan de kleuters met hun handen op de knieën.
De kleuters krijgen ook 2 stokjes om de cirkelvormige lijnvorming te oefenen.
In de klas spelen we eerst nog een SPELLETJE :
De juf legt een aantal kaartjes op de tafel, we bespreken eerst wat er op de kaartjes is afgebeeld : wortel, bloemkool, prei, tomaat, broccoli. De kleuters sluiten even de ogen en één van de groenten gaat in de pot. Wie weet welke groente in de kookpot zit ?
ROEREN, ROEREN IN DE SOEP : schrijfritmiek
De activiteit wordt uitgewerkt in verschillende stappen :
* We versieren het bord met de stift : de kleuters trekken streepjes op de rand van het bord.
* Met wasco tekenen de kleuters grote cirkelvormige lijnen rond het bord. Ze doen dit met de rechterhand, met linkerhand. Ze worden gestimuleerd om de links- en rechtsdraaiende beweging eens af te wisselen.
* De kleuters tekenen de balletjes in de soep
* Als laatste mogen de kleuters nog de lepel kleuren
Enkele werkjes :
In de deelgroepen was er een aanbod :
KLEIKAARTEN :
De kleuters krijgen een kaart en wat plasticine. Ze rollen kleine balletjes tussen de beide handen of tussen de tafel en de handen.
De kleuters krijgen een plastiek bord waarop een aantal ringetjes of dopjes zijn vastgelijmd. De kleuters mogen nu balletjes in de soep leggen. Met een lepel nemen ze een knikker (soepballetje) en leggen dit in de ring of in een dop. Ze kunnen ook met een pincet een pomponnetje opnemen en in de dopjes/ringetjes leggen.
Als afsluiter van deze namiddag spelen we nog een spelletje met de bekers en het balletje :
Op de tafel staan 4 bekers, de juf zet op elke beker een mutsje. Alle bekers staan op een rij, de juf legt een balletje onder één van de bekers. Daarna verschuift de juf de beker met het balletje. De kleuters proberen te volgen waar de beker met het balletje komt te staan.
TOT DE VOLGENDE KEER !
Geen opmerkingen:
Een reactie posten